h

Een interview met de Udense SP-fractievoorzitter Spencer Zeegers

10 december 2006

Een interview met de Udense SP-fractievoorzitter Spencer Zeegers

Normaliter stellen wij als interviewers de eerste vraag, deze keer was onze gesprekspartner ons echter te vlug af met de simpele vraag:
'koffie?'
Voor ons zit een recentelijk grootvader geworden Spencer. Hij is zichtbaar trots op zijn kleinzoon Simon. 'Het is toch een aparte ervaring om naast vader nu ook "opa" te zijn. Hoewel een kleinkind je enorm dierbaar is, ligt de verantwoordelijkheid toch wat verder van je af. De zorgen rusten nu primair bij de ouders. Het is wél even wennen', zegt Spencer: 'goh, opa zeg...' De blijdschap straalt van hem af. Jan Gabriëls

Spencer ZeegersOnder het genot van de, aan het jawoord gegeven, koffie vragen we hem naar zijn hobby’s. Zonder te aarzelen antwoordde hij dat dit bovenal bridge is. 'Het is een bijzonder kaartspel waarbij de hersenen continu op scherp moeten staan; een teamsport bij uitstek. Mijn bridgepartner is Elly van den Oever, de Udense bestuurssecretaris/penningmeester. Het is telkens weer een uitdaging om "de beteren" te kunnen verslaan. We spelen 1 avond per week bridge en doen dat in competitieverband bij UBC. Er worden 6 competities per jaar gespeeld en ik geniet er met volle teugen van', aldus Spencer en voegt er nog even aan toe: 'We hebben een aantal jaren geleden deelgenomen aan de Open Udense Kampioenschappen en kwamen als beste Udense paar uit de bus'.

BrahmsAls tweede hobby heeft Spencer muziek als vrijetijdsbesteding en speelt akoestische gitaar. Hij houdt van bijna alle genres, maar rappen staat helemaal onderaan in zijn top 40. Bepaalde klassieke muziek heeft zijn voorkeur; de alt-rapsodies van Brahms inspireren hem.

Oriana FalaciEen andere hobby is lezen. Goede detectives en thrillers zijn favoriet. Met name de strijd tussen 'goed en kwaad' intrigeert hem in deze boekwerken omdat deze strijd zich immers in ieder mens afspeelt. Geliefde boeken zijn o.a. : 'In de ban van de Ring' van Tolkien en uit een geheel ander genre het boek met de welluidende titel 'Een man' van de onlangs overleden Oriana Falaci. Spencer is een veelzijdig mens, al verder pratende blijkt dat ook fotografie nog een hobby is. Wel in wisselende mate geeft hij zelf aan. 'Vroeger had ik zelfs een doka (donkere kamer) waarin het zelf ontwikkelen van foto’s altijd een spannende gebeurtenis was. Met de komst van de digitale camera’s is dat niet meer nodig en kun je de resultaten meteen op je computer zien en eventueel nog verder bewerken. Het maken van portretten, actiefoto’s (mensen in beweging) en close-ups zijn mijn favoriete objecten', aldus Spencer.

Wanneer kwam je in contact met de SP?
'Héél lang geleden', antwoordt Spencer direct en met een diepe zucht. Hij moet zichtbaar nadenken over het antwoord op deze vraag: 'Dat moet in 1972-1973 zijn geweest'. In 1972 geeft hij aan dat hij lid geworden is van de SP. In 1973 is hij in Uden gaan wonen en is de afdeling Uden opgericht.

Wat er aan vooraf ging
De periode speelt zich voornamelijk af tijdens zijn middelbare schooltijd op de Titus Brandsmaschool te Oss, de bakermat van de SP. Daar leerde Spencer ook Jan Marijnissen kennen, hoewel Jan een paar klassen hoger zat. In die tijd speelde de oorlog in Vietnam een grote rol in ons leven. Bevlogen als Spencer toen al was, nam hij deel aan verhitte discussies over het 'eens' of 'oneens' zijn met de strijd in Vietnam. Kernpunt was toen telkens de vraag over wat de VS nou eigenlijk in dat land te zoeken had.

'We voerden allerlei protestacties tegen deze waanzinnige oorlog. Ik weet nog dat we "ansichtkaarten" verkochten waarop de meest afschuwelijke zaken te zien waren die door de VS veroorzaakt werden. Dit werkte heel confronterend, maar men werd zich wel in toenemende mate bewust van hetgeen er zich daar allemaal afspeelde. Met deze inzameling hebben we toch veel mensen weten te bewegen om tot protest over te gaan'.

'In 1972 was de SP eigenlijk nog geen échte politieke partij, maar waren we meer een actiecomité. Wél ben ik toen "lid" geworden. Na een korte studie in Amsterdam heb ik me in 1973 in Uden gevestigd en al gauw startten we acties op om in de wijken te polsen van wat er zoal leefde. Eigenlijk waren we de eerste opbouwwerkers in Uden', aldus Spencer. 'Enkele issues waren destijds het verkeer, de sociale woningbouw en het onderhoud daarvan', en hij vervolgt "...en dat vond het toenmalige gemeentebestuur niet leuk: bemoeienis met hun beleid!'

Een ander voorbeeld: In die tijd werkte Spencer bij Transelectron in Uden waarbij hij ook misstanden aan het licht bracht. 'Er werd gemodderd met chemicaliën en men liet de werknemers onbeschermd met dat spul werken; aan de enorme bodemvervuiling werd geen aandacht besteed. We hebben toen een staking georganiseerd tegen deze wanpraktijken en een heuse stakingskas werd in het leven geroepen. Daarmee haalden we natuurlijk de woede van de directie op onze hals, omdat men kennelijk de ernst van deze zaken niet inzag, ridiculiseerde of zelfs wegwuifde. Deze gebeurtenis wekte ook de nodige aandacht van de media, waardoor er meer respect kwam voor onze actie. 'Het was', zo zegt Spencer glunderend 'toch een beetje paradoxaal toen 10 jaar later de Landsadvocaat ons, als SP, verzocht te getuigen met betrekking tot de puinhoop, die door Transelectron destijds was achtergelaten'.

In de prille beginperiode bracht de 'SP' vooral wereldse zaken aan de orde zoals de apartheid in Zuid-Afrika, de kwaliteit van de medische zorg en andere 'hot items' in die tijd. Spencer: 'Zo pleitten we voor meer preventie in de medische zorg onder het motto: voorkomen is beter dan genezen.
Onderdeel daarvan was dat ziekenfondspatiënten éénmaal per jaar een preventief onderzoek konden krijgen, waardoor ziektes en aandoeningen tijdig ontdekt werden. Een en ander werd georganiseerd door de VVIB (Vereniging Voorkomen is Beter), een door de SP opgerichte organisatie. In die tijd nam het ledental behoorlijk toe en het maandblad Tribune werd in toenemende mate aan de man gebracht. Dat geschiedde toen nog door letterlijk bij de mensen aan te bellen met de vraag of zij de Tribune wilden kopen. De Tribune was destijds vooral een middel om met mensen direct in contact te komen. We werden toen ook wel de "Rooie Jehova’s" genoemd. Het was een leuke tijd en er zijn weinig deuren in Uden, behoudens Uden-Zuid, waarbij ik niet aangebeld heb', zegt Spencer.

Veroorzaken de drie centrale uitgangspunten; gelijkheid, gelijkwaardigheid en solidariteit, geen strijd in je dagelijks werk?
'Daar heb ik weinig last van. Het valt me soms moeilijk kritisch te zijn naar mensen waaraan ik leiding moet geven. Daarentegen kost het me geen enkele moeite kritiek te leveren aan het kader boven me. Zij worden goed gehonoreerd om hun werk naar behoren te doen. Is dat niet het geval, dan zeg ik dat gewoon.' Wat hem vooral beweegt is de 'verontwaardiging' over hoe mensen worden gekleineerd. Het ergste wat je kan overkomen is dat je menselijke waardigheid onrecht aangedaan wordt. Als voorbeeld noemt hij de armoede. Armoede verandert mensen, meestal niet in hun voordeel. Als eerste effect is het niet langer gebruik kunnen maken van gemeenschappelijke voorzieningen zoals het zwembad, de bioscoop en het theater. Het bestrijden van de armoede is ook strijden tegen het onrecht wat mensen, meestal buiten hun wil om, aangedaan wordt. Mensen kiezen niet voor armoede! Vanuit deze optiek is het altijd zinvol om iets te doen, hoe marginaal dat soms ook lijkt. Vaak behaal je een resultaat in fasen. Het je niet laten leiden door teleurstellingen is daarbij van belang. Ook al horen teleurstellingen in het politieke werk er bij. De aanhouder wint, ook in dit werk.

Onlangs werd je nogal kwaad tijdens een raadsvergadering; waarom en wanneer komt dan je 'uitlaatklep'?
'Kijk, als je een fatsoenlijke vraag stelt aan een wethouder, dan verwacht je ook een fatsoenlijk antwoord. Gebeurt dat niet, niet naar behoren en/of wordt om de hete brei heen gedraaid, dan kan ik me ontzettend boos maken. Vooral wanneer iemand uit hoofde van zijn of haar functie gelijk meent te hebben, dan kan ik me daaraan ergeren. O ja, dan nog de oppervlakkigheid die er hier en daar heerst. Hoe kan iemand met grote stelligheid beweren dat er zaken goedkeuring of afkeuring behoeven omdat dit nu eenmaal "de afspraak, een regel, het gevoel, de indruk" is zonder dit nader toe te lichten, te motiveren of te onderbouwen? Het antwoord op de vraag wanneer ik een uitlaatklep heb is eenvoudig te beantwoorden: op het moment zélf! Gelukkig neem ik er niets mee van naar huis'.

Wat voor toekomstplannen heb je nog?
'Graag zou ik nog een boek willen schrijven over de samenhang tussen de psychiatrie en het socialisme: lijkt me een interessante materie om nader uit te diepen. De drive is er in ieder geval'.Het interview nadert zijn einde, maar plotseling komen er nog een paar zaken ter sprake, die toch zeker de moeite waard zijn om in dit kader te vermelden.

Spencer is naast zijn politiek werk ook voorzitter van de stichting 'Theaterspoor'. De acteurs en actrices spelen toneelstukken in wijkgebouwen en lokalen in de regio Uden.

Theaterspoor
Het aangeboden theater is laagdrempelig en er op gericht om cultuur bij meer mensen te brengen. Vooral ook die groep die niet in Markant komt is Theaterspoor makkelijker toegankelijk en dus ook voor mensen met een smallere beurs. Het gezelschap gaat als een 'spoor' door Uden: van de ene locatie naar de andere (zie foto). Het voordeel hiervan is dat ook de fysieke afstand tot het toneel stukken korter is. Een mooi initiatief dat veel waardering verdient.

Van een geheel andere orde is dat Spencer niet in Nederland, maar in Australië is geboren! Op 5-jarige leeftijd is hij met zijn ouders naar ons land gekomen en weet zich nog een aantal dingen te herinneren: o.a. zijn school, huis en omgeving. Of hij een dubbele nationaliteit heeft? Dat weten we niet! Wat we wél weten is dat Spencer er geen dubbele moraal op nahoudt.

Tenslotte
Wij hebben het genoegen gehad 'de mens' achter de politicus beter te leren kennen. We zagen een bewogen, sociale, emotionele en hard werkende mens met het hart op de goede plek. Het was zeer tot ons genoegen. We konden nog uren doorpraten, maar aan alles komt een eind. Zo ook aan ons interview. Na een dankwoord en een prettige herinnering aan onze ontmoeting vertrekken wij de donkere avond in. Buiten kletsen we met z’n tweeën nog even na en spreken af hoe we het interview op papier gaan zetten. Het resultaat ligt nu voor u. Wij hopen dat u het met genoegen gelezen heeft.

Wim Schellekens
Jan Gabriëls

U bent hier