h

Raadslid Wim Somers stelt schriftelijke vragen m.b.t. arbeidsomstandigheden IBN-groep

14 maart 2005

Raadslid Wim Somers stelt schriftelijke vragen m.b.t. arbeidsomstandigheden IBN-groep

Arbeidsomstandigheden oude kas en werkunit erbarmelijk
Schriftelijke vraag (reglement van orde, artikel 37.)

Bij onze SP-fractie meldde zich een medewerker van IBN met een probleem waar wij flink van geschrokken zijn. Wij eisen actie van het hoogste orgaan van de IBN, het dagelijks bestuur. Het gaat over werkomstandigheden bij de oude IBN-kas en werkunit aan de Boekelsedijk in Uden. De werkzaamheden bestaan voornamelijk uit het knippen van Buxusstek ten behoeve van de kwekerij. Men wordt geacht deze werkzaamheden wel (tijdelijk) te kunnen uitvoeren in opdracht van IBN-bedrijf Facilitair. De Kwekerij is een ander onderdeel van de IBN-groep. In de oude kas zelf worden sinds enkele weken dezelfde activiteiten uitgevoerd door een twintigtal mensen uit de plantsoenendienst waarvoor op dit moment weinig tot geen andere opdrachten in het verschiet liggen. Ook deze groep wordt aangestuurd door het bedrijf IBN-Facilitair, onderdeel Groen.

De kas beschikt niet over een verwarmingssysteem, waardoor in week drie heteluchtkanonnen op gas en stroom zijn geïnstalleerd. Door de toen heersende koude bleek deze voorziening ontoereikend vanwege tocht of te vaak wisselende temperaturen. Ook de stroomvoorziening bleek ontoereikend, waardoor de unit (deels?) op een noodaggregaat werd aangesloten. Dit heeft tot gevolg gehad dat er een onwerkbare situatie ontstond vanwege zeer frequente stroomstoringen waardoor het licht, ofwel de verwarming of beide defect raakten. Dit is bij herhaling gemeld en men ondernam vanuit de leiding toch wel wat actie, echter veel te weinig omdat na één week nog niets verholpen was.

Dit had weer tot gevolg dat een groep van de unit op maandag 31januari jl. naar huis moest worden gestuurd en dat zij op vrijdag 28 januari jl. een hele ochtend in een schaftwagen hebben moeten bivakkeren. Het aantal mensen waarover het hier gaat bestaat uit 6 à 8 personen. Vanwege de geschetste omstandigheden, waardoor er een onwerkbare situatie was ontstaan, heeft men gemeend de kas van binnen te moeten isoleren met zogeheten nopjesplastic (verpakkingsmateriaal). Hiervan is proefondervindelijk bewezen dat dit materiaal hoogst ontvlambaar is. Een en ander is besloten om de werkzaamheden in week vijf voort te kunnen zetten in een "behaaglijke" omgeving. Die omgeving behoeft weinig nadere omschrijving omdat de bijgevoegde foto's méér dan genoeg zeggen. Kortom, de medewerkers zijn in een setting terechtkomen waarvan gesteld moet worden dat het onverantwoordelijk is dat er ook maar één persoon zou gaan plaatsnemen. Behalve heteluchtkanonnen welke op het plastic gericht waren, bevonden zich ook jerrycans diesel en bestrijdingsmiddelen in genoemde ruimte. Wanneer er brand zou ontstaan kan het niet anders zijn dan dat men als ratten in de val zou komen te zitten. Omdat de situatie dermate ernstig is zijn er hiervan aantal foto's gemaakt. Op zondagavond 30 januari heeft de uinitleider gemeend er goed aan te doen nog een e-mail (vergezeld van een illustrerende foto) te verzenden aan dhr. P. van der Steen, algemeen directeur IBN-groep.

Tot ontsteltenis was er op maandag 31 januari jl. geen enkele actie ondernomen om ook maar iets aan de omstandigheden te wijzigen. Het bleek dat de plantsoenmedewerkers gewoon weer hadden plaatsgenomen in de oude kas met tenminste één heteluchtkanon aan. Hierop heeft de uinitleider zich naar Arbo/Kam gespoed om daar melding van te maken. Eén functionaris van deze afdeling die op vrijdag 28 januari niet aanwezig was, reageerde geschokt op de gebeurtenissen en nam direct kennis van de zaak. Ook de foto's heeft zij aandachtig bestudeerd en gesteld dat het een onmogelijke beslissing was de werkzaamheden ongewijzigd te laten continueren. Die dag zijn de medewerkers onverrichter zake naar huis gestuurd. Op dinsdag 1 februari jl. bleken er enige verbeteringen te zijn aangebracht. De jerrycans diesel en de gasflessen waren - deels - uit de gevarenzone verwijderd. Maar het blijkt (naar het idee van de uinitleider) dat er een nieuwe gevaarlijke situatie is ontstaan. Het plastic plafond is naar de zijkanten verschoven en lekwater blijft opgesloten in "waterzakken". Daar dit verschijnsel recent is opgetreden zal het water zo zwaar gaan wegen, dat het plastic zeer waarschijnlijk openklapt boven zo'n heater die gevoed wordt op krachtstroom. De gevolgen laten zich raden.

Wat mij nu verschrikkelijk verontrust, is dat men in een dergelijke grote professionele organisatie, zoals de IBN-groep met haar 3400 werknemers is, zaken over vele schijven laat lopen en waar werkelijke daadkracht ontbreekt. Naar mijn gevoel had niemand het werk in de oude kas mogen hervatten op last van de (hogere) leiding. Er was en is immers sprake van een erkende levensgevaarlijke situatie, gecreëerd door een bedrijf wat veiligheid en werkplekaanpassing uiterst hoog in het vaandel heeft staan. Niet voor niets voert de IBN-groep de Wet Sociale Werkvoorziening uit welke hoge eisen stelt aan arbeidsomstandigheden en -aanpassingen. Mijn conclusie kan niet anders zijn dat hier grenzen zijn overschreden, die elke arbeidsnorm overschrijden en waarbij arrogantie hoogtij viert.

Van belang is nog dat de IBN feitelijk gemeentelijk beleid uitvoert, waardoor de aangesloten gemeenten in hoge mate medeverantwoordelijk zijn.

De vragen die ik hierbij heb zijn:

  • Bent u op de hoogte van de erbarmelijke arbeidsomstandigheden op deze werkplek bij de IBN?
  • Wat gaat onderzoek verrichten, als lid van het dagelijks bestuur IBN en als controleur op naleving van brandpreventie als vestigingsgemeente?
  • Gaat u deze situatie direct bespreken met de dagelijkse leiding van de IBN-groep?
  • Gaat u voorstellen doen als lid van het dagelijks bestuur om deze situatie zeer grondig te verbeteren?

    Vanwege de urgentie verwachten wij als SP Fractie van het college van B&W gemeente Uden binnen drie werkdagen na heden, dat U ons rapporteert over de genomen stappen.

    Wim Somers

  • U bent hier